Zelf oefenen op vakantie

Zelf oefenen op vakantie
Wat wel en wat niet?

Op vakantie wordt er naast heerlijk spelen ook vaak geoefend. Bijvoorbeeld om die ene slag die nog niet zo wil vlotten te verbeteren. Of misschien zijn de lessen net begonnen en is uw kind nog niet helemaal vriendjes met het water.

In dit artikel leggen wij graag uit wat u wel zou kunnen doen en wat u beter kunt laten, mocht u van plan zijn te gaan oefenen met uw kind.

Vriendelijke groeten,
Team Wetterwille

Wat u beter niet kunt doen:

Graag wel we eerst wat vertellen over de dingen die beter niet zelf kunt gaan oefenen. Dit ten behoeve van de veiligheid en zwemvaardig van uw kind. Het is gelukkig geen lang hoofdstuk, maar wel een belangrijk hoofdstuk!

Zelf sleutelen aan zwemslagen

Als uw kind moeite heeft met een bepaalde slag kan het erg verleidelijk zijn om dit samen te gaan oefenen. Ondanks alle goede bedoelingen doet u er verstandig aan het trainen van de (technische) zwemslagen achterwege te laten. Daarmee doelen wij op de:

  • School- en (enkelvoudige) rugslag
    Taartenspel en kikkers op de rug
  • Borst- en rugcrawl
    Speedbootspellen

Omdat u geen zweminstructeur bent, is het logisch en waarschijnlijk dat het u ontbreekt aan veel didactische, methodische en technische inzichten met betrekking tot het zwemmen. Hierdoor ontstaat het risico dat technieken op incorrecte wijze worden overgebracht en worden ingeslepen.

De instructie van deze zwemslagen kunt u het beste aan ons als professionals overlaten.

Zwemmen zonder vestje

Met het oog op de veiligheid is het verstandig om te allen tijde het EasySwim vestje van uw kind aan te houden tijdens het zwemmen zolang het zijn of haar diploma nog niet heeft gehaald.

Is er een ondiep bad waar uw kind kan staan? Dan kunt u er voor kiezen uw kind zonder vest te laten spelen. Verken wel eerst het bad: kan het kind ook terecht komen in diepere gedeeltes, of kan het overal staan? Blijf altijd bij uw kind.

Ga onder geen beding met uw kind zonder vestje zwemmen in water waar het niet kan staan, zeker niet in donker, open water zoals een meer, rivier, kanaal of de zee!

Zolang uw kind nog niet heeft afgezwommen moet er zorg worden gedragen voor een zo veilig mogelijke situatie in het zwemwater. Daarom is het ook verstandig om kinderen die in de al les enige tijd zonder vest zwemmen in de les, deze op vakantie wel aan te laten doen. Veiligheid voorop, we hebben niets te bewijzen!

Op eigen risico

Uiteraard bent u vrij om uw eigen beslissingen te nemen. Desondanks doet u er goed aan de bovenstaande adviezen ten harte te nemen. Andere keuzes maakt u op eigen risico en verantwoording.

Wel oefenen:

Er is genoeg wat u wel kunt doen! Voornamelijk in het watervrij worden zijn er heel veel dingen die kunt oefenen samen met u kind. Tijdens het spelen is het ook zeker niet vreemd als kinderen zomaar dingen gaan doen die ze tijdens de lessen niet willen/durven!

Ga bijvoorbeeld aan het begin en het einde van het zwemmen enkele minuten oefenen. Lukt het niet? Blijf rustig, u bent op een verdiende vakantie!

Voortbewegen (stuwvlakken zoeken)

Voordat we met enige slag kunnen beginnen is het belangrijk dat kinderen weet hebben van hun zo genoemde stuwvlakken. Met welke lichaamsdelen kan ik mij op welke manier afzetten tegen het water?

Een horizontale hand verplaatst water als je hem naar beneden duwt, een verticale hand snijdt door het water als een mes door de boter. Met de eerste methode zal je meer stuwing kunnen genereren.

Kinderen ervaren dit snel zelf door veel in het water te zijn en allerlei speelse bewegingen uit te voeren. Waarmee kom ik wel vooruit en waarmee niet?

Oefeningen:
  • Rennen/springen door het water (grote/kleine stappen, snelle/langzame stappen etc)
  • Rennen/springen door het water, zonder bodem dus met vestje (op z'n hondjes)
  • Graven, duwen, slaan en trekken enzovoorts met de handen in het water
  • Ronddraaien

Oefen zowel symmetrische als asymmetrische bewegingen

Gezicht in het water

Er zijn altijd kinderen die het in de beginfase niets vinden om het gezicht in het water stoppen. Ze doen hun ogen dicht, en doen dan net alsof ze het proberen wat zeker in de eerste lessen grappige taferelen oplevert. Bij de meeste kinderen gaat dit snel over, bij een enkeling blijft dit wel een lastig onderdeel.

Het oefenen kan op veel verschillende manieren worden aangepakt. Het belangrijkste is in eerste instantie dat het kind het überhaupt gaat proberen.

Doel: In een ontspannen horizontale buikligging, 5 seconden met het gezicht in het water drijven.

Begin oefeningen en aandachtspunten:
  • Met u handen wat water over het hoofd gieten, ook zelf laten proberen
  • Staand, alleen de lippen en/of de neus richting het water bewegen
  • Adem in houden, ook niet door de neus (Dit kan ook eerst uit het water geoefend worden)

Veel kinderen krijgen water via neus en/of mond binnen omdat ze door blijven ademen. Met een slurpend geluid verslikken ze zich en krijgen een kriebelneus. Je eens verslikken is niet leuk, maar hoort er stiekem ook wel een beetje bij! Laat de kinderen echter niet de neus dicht knijpen.

Uitbouw oefeningen en aandachtspunten
  • Met ogen dicht het volledige gezicht in het water leggen
  • Proberen met horizontale buikligging, dus met de voetjes van de vloer
  • Ogen open met opdrachtje (vingers tellen, vissen kijken, Spongebob zoeken etc)

Als het kind vertrouwd begint te raken kunt u ook een wedstrijdje doen. Wie blijft het langste onder? Of wie kan de meeste vissen tellen, wat heeft Spongebob op de barbecue gegooid?

Te water gaan

Ook het springen kan erg spannend zijn, terwijl het als ze ouder worden een van de favoriete bezigheden is van zwemmertjes! Vanzelfsprekend moet er wel sprake zijn van enige diepte, om ongelukken te voorkomen. Voor duiken kijkt bij het kopje ‘Duiken'.

Doel: Geheel onder water gaan, vanaf enige hoogte

Begin oefeningen en aandachtspunten
  • In ondiep water op en neer springen. (hopelijk komen we wel met ons gezicht in het water!)
  • Met één of twee handen van papa/mama van een lage kant springen
  • Tenen over de rand

Probeer het kind zelf te laten springen en niet te snel op te pakken. Tijdens het springen is het helemaal niet erg als er water in het gezicht komt, dat hoort erbij! Laat ze wel de adem in houden zoals beschreven bij het vorige hoofdstuk over het gezicht in het water.

Uitbouw oefeningen en aandachtspunten
  • Zelfstandig springen, zonder handen van papa/mama
  • Helemaal onder water gaan
  • Probeer een hoger kantje
  • Probeer een bommetje, gekke sprong, potloodje etc.

Bommetje met een aanloop? Niet in het binnenbad, of andere gladde ondergronden!

Drijven op de rug

Het drijven op de rug is een van de meest essentiële vaardigheden tijdens de zwemopleiding van uw kind. Het ligt aan de basis van de rugcrawl, enkelvoudige rugslag. Die laatste is weer het fundament voor de schoolslag.

Dit is een van de weinige oefeningen die u zelf zonder vestje kan oefenen. Uiteraard wel in water waarin het kind kan staan. Een waterdiepte van middelhoogte tot aan borsthoogte is het fijnst.

Doel: Ontspannen in een horizontale rugligging 10 seconden kunnen drijven

Begin oefeningen en aandachtspunten
  • Vanuit stand voorzichtig achterover laten vallen/gaan liggen (zonder vest)
  • Het achterhoofd en oren in het water leggen, en ontspannen (met vest)
  • De houding moet telkens relaxter worden. Niet stijf, maar ontspannen

U kunt de eerste paar keren uw kind onder de oksel vastpakken terwijl het de rug naar u toe heeft. Misschien is een hand onder het achterhoofd ook al voldoende. Dit is vooral voor het vertrouwen en kan worden afgebouwd.

Maak er een verhaaltje van: ‘Doe maar net of je gaat zonnen, of een dutje op de bank'

Uitbouw oefeningen en aandachtspunten
  • Telkens wat langer proberen te blijven liggen
  • Een diepe ademtuig verbeterd het drijfvermogen. (lucht in longen)
  • Flipperbenen aanzetten (speedbootbenen)

Onverwachts wat water richting het kind spetteren helpt bij het watervrij worden.

Duiken

Duiken en zo ver mogelijk onder water zwemmen. Voor de ene fantastisch en voor de andere spannend. De duik is eigenlijk enkel de kopsprong, waarbij we als een pijl vanaf de kant het water inschieten. Voor het gemak plakken wij hier ook het zwemmen onder water bij. Dus het van de kant duiken én vervolgens een bepaalde afstand onder water zwemmen.

Doel: Vanaf enige hoogte te water gaan en 3 (A), 6 (B) of 9 (C) meter onder water door een zeil zwemmen.

Voor het A-diploma is het niet verplicht om met een kopsprong te water te gaan, maar heeft wel de voorkeur. Logischerwijs kan het zeil op uw vakantieadres afwezig zijn. U kunt de afstand dan afmeten en markeren. U kunt ook kiezen voor het opduiken van duikspulletjes als muntjes, steentjes enzovoorts.

Allereerst moeten we beginnen met de kopspong. Voordat we hiermee kunnen beginnen is het nodig dat het kind al zelfstandig en zonder terughoudendheid in het water kan springen met verschillende sprongen. Als uw kind nog niet zo lang bezig met zwemles en misschien wat angstig is, heeft het oefenen van dit onderdeel eigenlijk geen toegevoegde waarde.

Kopsprong oefenen:
  • Recht op staan, gestrekte armen naar boven gericht als een potlood
  • Hoofd tussen de armen, waar het de hele tijd blijft
  • Helemaal richting het water buigen
  • Een grote hap lucht in de ‘buik' verstoppen
  • Naar voren vallen, achter de handen aan. Springen/duwen met de benen is niet nodig
  • Laat de benen zolang mogelijk op de kant staan. Hieruit ontstaat de strekking van het lichaam

Probeer in een hoek van circa 45 graden de water te gaan. In een flauwere hoek komen we plat op onze buik en komen we niet diep in het water. Een scherpere hoek brengt het risico op het stoten van het hoofd met zich mee. Zeker bij geringe waterdiepte. Verzeker u er van dat de diepte ten minste 1,40 meter bedraagt.

Onthoudt dat moeilijkheden bij het maken van de kopsprong voornamelijk voortkomen uit enige angstigheid en niet vanuit motorische vaardigheid. Veel oefening, zodat het bij elke poging wat minder spannend wordt is het devies. Zeker op vakantie bent u in staat elke dag een paar keer te oefenen.

Als uw kind het duiken erg spannend vindt is de kans groot dat het over buikpijn en moeten plassen begint. Dit zijn klassieke voorbeelden van ontwijkingsgedrag, probeer hier doorheen te kijken. Enige eisendheid is geen enkel probleem. Maar onthoudt tegelijkertijd dat u op vakantie bent. Dit geldt ook voor uw kind.

Als de kopsprong redelijk lukt, kunnen we het onder water zwemmen er aan vast plakken. Het heeft de voorkeur dit de doen met schoolslag, het taart- en kikkersspel.

Oefeningen onder water zwemmen
  • Na de kopsprong beginnen met zwemmen
  • Naast naar voren zwemmen, moet ook lichtelijk naar beneden worden gezwommen. Diagonaal.
  • Laat ze onder water de ogen openen, zodat ze niet blind de verkeerde kant opzwemmen
  • Elke keer een klein stukje verder! Markeer de afstand van de vorige poging.

Voor A kan het complete plaatje vrij vaak geoefend worden. Met een mooie kopsprong zijn ze al al bijna bij de 3 meter welke zij moeten halen. Zwemt uw kind voor B of C? Oefen dan een paar keer om daarna weer te gaan spelen. Meerdere keren (bijna) 6 en 9 meter achter elkaar onder water zwemmen is erg vermoeiend. Mocht het driemaal niet gelukt zijn, dan gaat het de vierde maal gelijk daarna ook echt niet lukken!

Zwembad attracties

Als er grote attracties zijn als glijbanen, golfslagbad of stroomversnellingen moet u deze zeker proberen te gebruiken! Buiten dat ze gewoon heel leuk is, zijn ze ook goed voor het watervrij worden van u kind in alle vormen. In stroomversnellingen is vaak wel een helpende hand nodig, het is vaak lastig voor kinderen om er weer uit te komen. Ik kan mij van vroeger ook herinneren vaak een aantal rondjes van het huis te hebben gekregen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*